
Mirjam mous
Mirjam Mous is een Nederlandse schrijfster die geboren is op 7 november 1963. Ze is opgegroeid in Made. Voordat Mous begon met schrijven, werkte ze op de Berkenhof, een school voor speciaal onderwijs in Breda. Sinds 2005 schrijft zij full-time. Naast jeugd- en jongerenboeken schrijft ze verhalen voor lesmethoden en tijdschriften. Mirjam Mous schrijft voor verschillende leeftijden, van beginnende lezers (5+) tot boeken die geschikt zijn voor kinderen van 12 en ouder.
Mirjam is bij ons op school (Wolvega, Friesland) geweest om dingen te vertellen over haarzelf en haar boeken. Ook konden wij vragen stellen waar zij uitgebreid antwoord op gaf.
vragen
Is het moeilijk om een idee uit te werken op papier?
Het is soms een heel gepuzzel, ja. Het gaat vrijwel nooit vanzelf. Dat een tekst gemakkelijk leest, wil niet zeggen dat het ook gemakkelijk was om hem zo op te schrijven. Daar moet ik hard mijn best voor doen.
Hoe bereidt u een verhaal voor?
Ik bereid meestal weinig voor. Ik zoek naar een grappige of spannende beginsituatie en dan ga ik achter mijn computer zitten en aan de slag. De rest van het verhaal ontstaat pas tijdens het schrijven. Alleen voor mijn boek Doorgeschoten dat gebaseerd is op de schietpartij op de Columbine High School heb ik vooraf informatie opgezocht via internet, krantenartikelen en tv-documentaires.
Maakt u schema's van wat u wanneer vertelt?
Nooit vooraf. Als het verhaal erg ingewikkeld is, maak ik tijdens het schrijven wel een soort samenvatting – het nummer van het hoofdstuk met een paar steekwoorden erachter om fouten te voorkomen.
Verandert er nog veel aan die voorbereiding tijdens het schrijven?
Aangezien er nauwelijks tot geen voorbereiding is: nee.
Wat doet u als u even niet meer weet wat u moet schrijven?
Stukje wandelen. Even liggen met mijn ogen dicht.
Wat is de beste manier om spanning in het verhaal te stoppen?
Er is geen beste manier. Er zijn veel verschillende manieren en het hangt er ook maar net van af wat voor soort verhaal het is. Niet alle manieren zijn altijd toe te passen.
- Geef nooit in een keer alle informatie prijs. Laat de lezer er stukje bij beetje achter komen hoe het zit. Maak hem nieuwsgierig en zet hem op het verkeerde been.
- Je kunt spannende dingen ook spannend opschrijven. Is iemand bang? Dan worden de zinnen bijvoorbeeld korter. Voorbeeld: De jongen wist zeker dat hij achtervolgd werd en keek om, maar er was niemand te zien. Of: Hij werd achtervolgd. Zeker weten! Hij keek om. Pfff, niemand. In de tweede zin hoor je meer de angst, zit je dichter op de jongen en dat is in mijn ogen spannender.
- Zorg dat je een hoofdstuk met een cliffhanger eindigt.
- Je kunt spelen met de tijd: het toen en nu afwisselen om de spanning op te bouwen, dingen pas later vertellen zodat ze eerst nog niet helemaal duidelijk zijn voor de lezer, zoals in mijn boek Vals Spel. Of juist vooruitkijken, zo van: Ik dacht dat het een geweldige dag zou worden, maar … De lezer wordt dan nieuwsgierig: wat gaat er gebeuren?
- Zorg ervoor dat het af en toe misgaat en dat je personage hindernissen tegenkomt. Als het de hoofdpersoon steeds meezit, is dat niet spannend. De lezer moet denken: o o, als dat maar goed afloopt.
Maak jouw eigen website met JouwWeb